Alles begint met een schets. Hoe nauwgezet die schets vervolgens tot leven wordt gebracht is echter nog maar de vraag. Stel je voor dat je iets ontwerpt – een kathedraal, in dit geval – en dat het vervolgens nog zeshonderd jaar duurt voordat het gebouw daadwerkelijk ‘af’ is. ‘Af’, omdat zelfs na zes eeuwen niet alle details vervolmaakt lijken te zijn. Is het dan nog jouw ontwerp?
Alles begint met een schets
De 78 architecten van de Duomo de Milano
Bevrijd van de tiran
In 1386 arriveert een stoet met aan het hoofd Gian Galeazzo Visconti in Milaan. Zijn op dat moment regerende oom, tiran Bernabò Visconti, denkt te kunnen lachen om zijn ridicule neef met zijn stoet, maar vindt zichzelf niet veel later afgezet en opgesloten in een gevangenis.
Trots van het volk
Het volk is bevrijd van de tiran, maar daar wil de nieuwe graaf van Milaan het niet bij laten. Twee weken later initieert hij met aartsbisschop Antonio da Saluzzo de bouw van een gigantische kathedraal in het hart van Milaan die de trots van het volk moet worden: de Duomo di Milano.
Lombardische bouwstijl
Vier gebouwen staan op de plek waar dit nieuwe bouwwerk moet komen. Drie worden gesloopt, het vierde wordt geëxploiteerd als steengroeve. Het originele ontwerp voor de kathedraal moet namelijk uitgevoerd worden in een bakstenen constructie versierd met een terracotta bekleding, waarschijnlijk vergelijkbaar met kerken als de Carmine in Milaan.
De eerste architect: Simone da Orsenigo
Deze gotisch Lombardische stijl wordt gekozen door de eerste hoofdingenieur van de Duomo di Milano. Simone da Orsenigo leidt van 1387 tot 1389 de ruim driehonderd medewerkers van de Fabbrica del Duomo, de organisatie die tot de dag van vandaag de volledige constructie en reconstructie van de kathedraal handhaaft. Aan zijn zijde komen en gedurende deze periode diverse architecten.
Een nieuwe visie
Het najaar van 1387 betekent een keerpunt: Gian Galeazzo Visconti, die in twee jaar tijd al bijna heel Noord-Italië heeft veroverd en zijn dochter Valentina heeft uitgehuwelijkt aan de broer van de koning van Frankrijk, besluit het reclamemiddel – de Duomo – om te vormen tot een koninklijk symbool.
Visconti heeft nieuwe ideeën over de stijl van de Duomo. Hij geeft de Fabbrica exclusieve toegang tot de Candoglia steengroeve, waar vanaf dat moment tot op de dag van vandaag al het marmer voor de kathedraal wordt gewonnen. Dit is een ommezwaai ten opzichte van het originele ontwerp in Romaanse stijl, dat uitgevoerd zou worden in baksteen. Binnen een aantal jaar is Orsenigo’s ontwerp, de basis voor de kathedraal, al aanzienlijk veranderd.
Moderne stijl, moderne architect
Deze nieuwe architectonische stijl behoeft ook een nieuwe mentaliteit en betere technische skills. In 1389 stelt Visconti een nieuwe hoofdingenieur aan die de ontwerpen van Orsenigo nog meer wijzigt en daarmee meer in lijn brengt met wat in die tijd als moderne Europese architectuur wordt gezien, een stijl die in die regio nog niet algemeen geaccepteerd wordt. Het metselwerk en de pylonen zullen daarom "in caisson" worden gebouwd: dragende buitenmuren in Candoglia-marmer die van binnen gevuld zijn met stenen.
De vijfde architect: Nicolas de Bonaventure
Nicolas de Bonaventure, de vijfde architect die werkt aan de Duomo, geeft het gotisch Lombardische ontwerp een rayonant gotische draai. Rayonante gotiek, vaak gezien als onderdeel of opvolging van de late Franse gotiek, betekent letterlijk ‘stralende’ gotiek. Lichtwerking en transparantie staan centraal, roosvensters zijn een belangrijk herkenningspunt.
Ondanks dat Bonaventure slechts een jaar aan de Duomo gewerkt heeft is zijn Franse stempel op het gebouw duidelijk zichtbaar. Zijn Franse smaak zien we terug in de elegante pylonen, sokkels en de drie grote ramen van de apsis.
Wiskundig model
Het werk vordert gestaag, maar om de pylonen af te werken en de kapitelen te plaatsen, moest echter nog worden bepaald hoe hoog ze moesten zijn. Diverse architecten en wiskundigen, waaronder Heinrich Parler en Gabriele Scovaloca, buigen zich in 1391 over dit vraagstuk, een jaar waarin minstens vijf andere architecten werken aan de Duomo.
Het model van Scovaloca blijft het dichtste bij de Lombardische bouwtraditie en wordt het winnende model. Deze manier van werken zien we veel terug in de geschiedenis van de Duomo: voor een vraagstuk wordt diverse geleerden vanuit heel Europa gevraagd een oplossing in te sturen, waarvan de beste optie wordt uitgevoerd. Scovaloca’s ontwerp wordt later zelfs nog aangehaald in Cesariano’s 16e-eeuwse Italiaanse vertaling van Vitruvius’ De architectura.
De achttiende architect: Jean Mignot
Op dit punt wordt het steeds lastiger te herleiden welke architecten wanneer aan de Duomo werkten. Of Jean Mignot exact de achttiende architect is, is dus niet zeker, maar in 1399 wordt er opnieuw een Franse ingenieur aangeroepen om een oplossing te vinden voor het werk dat op steeds grotere hoogte verricht moet worden.
Jean Mignot is niet te spreken over wat er tot dan toe gebouwd is. Hij noemt het een ‘pericolo di ruina’: het volledige gebouw staat volgens hem op instorten. Ondanks dat dat mee blijkt te vallen wordt de ‘bouwval’ tussen 1400 en 1401 volledig op de kop gezet, en helpt zijn vooruitstrevende visie bij het realiseren van betere technieken en werkwijzen.
33 architecten, 80 jaar ‘pauze’
Tot Visconti’s dood in 1402 vordert de bouw van de kathedraal snel. Hierna komt het proces echter zo goed als stil te liggen. In de tachtig jaren die volgen worden slechts een aantal onderdelen van de op dat moment half afgeronde kathedraal afgemaakt, waaronder twee graven, de ramen van de apsis, het schip en de zijbeuken tot aan de zesde travee. Op dat moment zijn er zesenzestig jaren verstreken en hebben drieëndertig architecten getracht de kathedraal van hun visie te voorzien.
Religieuze keuzes
Na de verschijning van een aantal interessante namen ten tonele, zoals Leonardo da Vinci – die uiteindelijk zijn ontwerp voor een koepel weer terugtrekt – springen we vooruit in de tijd. Carlo Borromeo wordt de nieuwe aartsbisschop. Hij heeft sterke religieuze overtuigingen en verwijdert de graven van diverse voorgangers uit de kathedraal.
De zevenenveertigste architect: Pellegrino Pellegrini
In 1571 stelt Borromeo Pellegrino Pellegrini aan als hoofdingenieur, die, zo om en nabij, de zevenenveertigste architect is. Samen streven ze naar een nieuwe uitstraling van de kathedraal die de Romaans-Italiaanse natuur van het gebouw en het volk benadrukt. De gotische stijl van de kathedraal wordt nog steeds niet geaccepteerd omdat deze van origine Germaanse stijl protestants is. De renaissancestijl is Romaans, katholiek, en dus de juiste richting volgens Borromeo en Pellegrini.
Pellegrini's facade
Omdat de façade nog steeds niet af is, en het meest zichtbare onderdeel van de kathedraal is, moet dit als eerste aangepakt worden. Pellegrini ontwerpt een façade in Romeinse stijl, waarbij de Gotiek die eeuwenlang leidend was zo goed als verborgen wordt. Het duurt tot 1615 tot er eindelijk een akkoord is en de fundamenten voor weer een nieuw ontwerp worden gelegd.
De tweeënvijftigste architect: Fabio Mangone
Federico Borromeo gaat verder waar zijn voorganger gebleven is, en onder leiding van hoofdingenieurs Richini en Fabio Mangone, de minstens tweeënvijftigste architect, wordt Pellegrini’s ontwerp aangescherpt en verder uitgevoerd.
De eenenzestigste architect: Carlo Buzzi
Het duurt echter niet lang tot de nieuwe architect van de Fabbrica, Carlo Buzzi, in 1649 een radicaal besluit neemt: de façade moet terug worden gebracht naar de originele Gotische stijl. Grote gotische pilaren en klokkentorens worden aan het ontwerp toegevoegd en de 90 graden hoek van het dak wordt weer geaccentueerd zoals in Simone da Orsenigo’s originele ontwerp.
De zevenenzestigste architect: Francesco Corce
In 1765 heeft de kathedraal nog nauwelijks torenspitsen. Toch wordt er besloten om de hoofdspits te bouwen, tot een duizelingwekkende hoogte van 108,5 meter. Architect Francesco Croce realiseert het ontwerp in Gotische stijl met als doel de stad kracht en macht te geven. Boven op de spits prijkt de Madonnina, tot op de dag van vandaag een herkenningspunt voor de Milanezen, en een herinnering om omhoog te blijven kijken.
Het bevel van Napoleon
Op 20 mei 1805 geeft Napoleon het bevel de façade van de kathedraal eindelijk af te maken. Hij zal zes dagen daarna gekroond worden tot koning van Italië, en in zijn euforie belooft hij alle kosten voor de laatste loodjes van de façade van de kathedraal op zich te nemen. De Fabbrica verkoopt al haar vastgoed, maar heeft de betaling nooit ontvangen. Ondertussen kijkt het beeld van San Napoleon neer op de stad vanaf een van de torens, bedoeld als dankbetuiging voor de belofte van zijn financiële hulp.
Buzzi's facade
Buzzi’s ontwerp uit 1649 voor de façade wordt in de jaren die volgen gerealiseerd. Ondanks dat een deel van het werk uitgevoerd wordt door Francesco Soave, de om en nabij negenenzestigste architect, krijgen architecten Carlo Amati en Giuseppe Zanoja, architecten drieënzeventig en vierenzeventig, de eer voor het eindelijk afronden van de gevel van de Duomo di Milano.
De afronding
In de 19e eeuw rest dan nog het realiseren van vele torens, pinakels, spitsen, beelden en bogen. In 1884 wordt de gevel gerestaureerd waarvan het plaatsen van de eerste van de bekende deuren, de deur van Pogliaghi, een onderdeel is.
Pas als de allerlaatste deur ingehuldigd wordt op 6 januari 1965 bereikt de bouw van de Duomo di Milano haar echte eindstation. Maar zelfs nu staat de Fabbrica niet stil. Het restaureren en onderhouden van een van de grootste kathedralen ter wereld is een proces zonder einde.
Van schets tot ‘eind’-resultaat
Het uiteindelijke resultaat – 11.700 vierkante meter, 135 torens, 3159 beelden, 55 glas-in-loodramen, 96 waterspuwers – is er een waarin vele architectonische stijlen zijn vermengd. Naast de 78 bekende architecten en ingenieurs hebben nog duizenden anderen, van arbeiders tot adviseurs, meegewerkt aan deze iconische kathedraal.
Over in hoeverre Orsenigo’s ontwerp behouden is gebleven valt te twisten. In grote lijnen komt het gebouw wellicht overeen met de allereerste schets, maar weinig details zullen exact uitgevoerd zijn. Het gebouw is voor nu ‘af’, maar de kans bestaat dat het haar laatste architect nog niet ontmoet heeft.