Midden in Amsterdam, in een straat die bekend staat als een van de meest artistieke in de binnenstad, staat een imposant gebouw. Dit gebouw maakt indruk van buitenaf, maar ook vanbinnen. Voorheen huisvestte dit pand de Fotovakschool, maar nu is er een internationaal bedrijf gevestigd dat exclusieve verzorgingsproducten aanbiedt.
Het is voor dit bedrijf dat het Amsterdamse Heyligers Architects, met name Marleen Valstar, projectarchitect en partner bij Heyligers, alles uit de kast heeft gehaald om een interieur te creëren dat moderne en klassieke elementen combineert. Dit op een manier die alleen maar als symbiotisch kan worden omschreven. Het monumentale karakter van het oude gebouw is behouden gebleven, terwijl de moderne architectonische toevoegingen het pand juist verrijken.
Een symbiose van oud en nieuw
Enkele elementen die inmiddels als typisch Heyligers Architects kunnen worden beschouwd, zijn het gebruik van opvallende lichtinval, prachtige doorzichten en strakke belijningen. Te midden van deze kenmerkende aspecten bevindt zich een deur die het gevoel van verleden en heden op unieke wijze combineert.
Deze deur is een taatsdeur. En niet zomaar een, maar een taatsdeur die aan de ene kant het traditionele erfgoed eert en aan de andere kant het moderne aspect van de renovatie belicht. In het ontwerp van de deur komen deze twee werelden op ingenieuze wijze samen.
De zware taatsdeur wordt uiteraard gedragen door een taatssysteem van FritsJurgens. We zeggen "uiteraard" omdat Heyligers Architects streven naar kwaliteit tot in de kleinste details. Daar hechten zij veel waarde aan, net als FritsJurgens.
Heyligers in beeld
“We waren niet vanaf dag één bij het project betrokken. Dat gebeurde toen de sloop van het pand al grotendeels voltooid was,” vertelt Marleen Valstar. Daarom begonnen ze iets later in het proces en gingen vol inspiratie aan de slag met de brandwerende puien en de integratie van een gemeenschappelijke kern met het trappenhuis en de glazen lift.
“We wisten al vrij snel dat we een plaatstalen trap wilden,” aldus Valstar. En zo geschiedde. “Door het bordes halverwege een knik te geven, ontstaat een bijzondere vorm. De positie links van het midden zorgt bovendien voor mooie zichtlijnen richting het souterrain. Om de balustrade nog meer op te laten vallen, is bovendien gekozen voor verticale balusters. Doordat deze balusters om en om doorschieten in de trapboom, ontstaat een bijzondere vakverdeling.”
Het is deze vakverdeling die eveneens terugkomt in de stalen puien en in de nieuwe erker met uitzicht op het dakterras, die opvalt door zijn mooie, ronde glashoeken. Op meerdere plekken zijn daklichten en dakramen toegevoegd om natuurlijk licht diep naar binnen te laten schijnen.
"Voor de sfeerverlichting hebben we gekozen voor een combinatie van lange led-lichtlijnen en led-spots, in lijn met het volledige interieurontwerp,” aldus Marleen.
Respect voor traditie en monumentale waarde
Het nieuwe design is licht, zowel in fysieke uitstraling als in kleurgebruik. In feite wordt het kleurgebruik gekenmerkt door het ontbreken ervan, aangezien wit de toon zet en domineert in het nieuwe gedeelte. Dit resulteert in een opmerkelijke esthetiek. Met name de statige en hoge entree, met zijn glazen buitenkant en zwart stalen frame, en van binnen een ware witte oase, is ronduit indrukwekkend te noemen. Iedereen die hier binnenstapt zal dit beamen.
"Vanaf hier kunnen medewerkers en bezoekers vijf treden afdalen naar het souterrain of omhoog gaan naar één van de drie kantoorverdiepingen,” legt Valstar toe.
De missie was om de verdiepingen in zowel sfeer als functie te verbeteren, maar ook om de intrinsieke monumentale kenmerken te respecteren. Sterker nog, waar mogelijk werd er hard gewerkt om de monumentale elementen weer zichtbaar te krijgen. Als voorbeeld noemt Valstar de toogjes of gewelfde plafonds, zowel in het souterrain als op de eerste verdieping. Hier is het metselwerk met zorg gerestaureerd, waardoor de originele pracht ervan werd hersteld.
“Die toogjes waren een waar geschenk,” aldus Marleen. “Op andere plaatsen hebben de kamers cassetteplafonds gekregen, die het monumentale karakter van het gebouw benadrukken en tegelijkertijd de installaties verbergen. Om het gebouw de juiste menselijke maat en schaal te geven, zijn loden profielen toegepast in de bovenlichten van de ramen op de eerste verdieping. Hierdoor ontstaat een mooie harmonie met het glas-in-lood op de verdieping erboven.”
Een deur met twee gezichten
Een ander kenmerkend element van het monumentale pand zijn de stijlkamers aan de voorgevel, gelegen op de tweede verdieping.
“Deze waren grotendeels intact gebleven,’ vertelt Valstar. ‘Kenmerkend waren bijvoorbeeld de monumentale houten lambriseringen, waarachter de monumentale deuren verborgen zaten. Natuurlijk hebben wij deze lambriseringen intact gelaten, maar helaas bleken niet alle deuren bewaard gebleven. Hierdoor ontstond er een groot gat in de wand. Hoe konden we hier een mooie oplossing voor vinden die tevens eer zou doen aan het originele ontwerp? En hoe konden we de grote deuren van circa 2,80 bij 1,00 meter (hoogte bij breedte) zo elegant mogelijk ophangen?”
Het antwoord werd gevonden in taatsdeuren in combinatie met de taatsscharnieren van FritsJurgens. Zoals eerder beschreven, is de deur opgebouwd uit twee karakteristieke gezichten. Aan de binnenzijde zijn de taatsdraaiende deuren voorzien van hout, in dezelfde kleur en detaillering als de originele houten lambriseringen. Marleen licht ook toe hoe de andere zijde eruitziet.
“Aan de buitenzijde sluiten we aan bij de wandpanelen van de kantoorruimte, wat resulteert in een verrassend geheel met opnieuw veel respect voor de rijke historie.”
Een groot voordeel van de FritsJurgens taatsscharnieren, volgens Valstar, is hun minimalistische design.
“Er zijn geen lelijke vloerpotten zichtbaar. Het beeld van de wandafwerking loopt naadloos door en wanneer de deuren gesloten zijn, is niet te zien dat het taatsdraaiende deuren zijn. Dit zorgt voor een mooi verrassingselement. Design en functionaliteit komen hier perfect samen.”
Valstar benadrukt ook de kwaliteitsverhogende aspecten van de softclose-functie van de FritsJurgens taatsscharnieren.
“Dankzij een instelbare sluitingsdemping (soft close) en hydraulische openingsdemping wordt een elegante deurbeweging gegarandeerd. Door een inbouwdiepte van slechts 8 mm kon het systeem bovendien uitstekend geïnstalleerd worden in combinatie met vloerverwarming, die al aanwezig was in het pand.”
Valstar knikt tevreden. Ze beschouwt de Nieuwe Spiegelstraat als een geslaagd project. En terecht, naar onze mening.
Comfortabele doorloop, ruimtelijk gevoel
Jeroen Iemhoff, projectmanager bij FritsJurgens, legt uit wat de taatsdeurscharnieren van FritsJurgens zo uniek maakt.
“Met de taatssystemen van FritsJurgens kunnen taatsdeuren tot wel 180° geopend worden,” vertelt hij. “Dit zorgt voor een comfortabele doorloop en een ruimtelijk gevoel. Voor de montage hoeven slechts een vloer- en plafondplaat van 40 x 80 mm bevestigd te worden. De plafondplaat wordt vastgezet met reguliere schroeven, terwijl voor de vloerplaat twee gaatjes van 8 mm voldoende zijn. Het onderhoudsvrije taatsscharnier van FritsJurgens wordt al in de fabriek van de deurfabrikant in de taatsdeur geïntegreerd.”
Al met al bleek dit dé oplossing te zijn voor een van de meest opvallende blikvangers in dit prachtige pand aan de Nieuwe Spiegelstraat.